De vrouw als gevaarlijk gemaakte Ander

Geplaatst op 12 december 2024

Deze lezing sprak nieuw Fixditlid Joke van Leeuwen uit op 3 oktober 2024, bij een Slaa-avond over Baba Jaga en de angst voor de onzichtbare vrouw. Dit mede naar aanleiding van de kortgeleden overleden Dubravka Ugrešic en haar boek Baba Jaga legde een ei (2010), recent heruitgegeven met een voorwoord van Niña Weijers.

Baba Jaga, heb ik begrepen, kent vele vormen, gezichten en namen in de Oost-Europese folklore, maar je kan haar in elk geval een heks noemen, een lelijke oude vrouw, een verstotene, die diep in het bos woont.

Intussen weten we, bijvoorbeeld vanwege wat Sigrid Kaag als kwaadaardige belediging moest aanhoren, dat een heks blijkbaar ook een mooie, niet zo oude, zeer bekwame vrouw kan zijn. Ook Dubravka Ugresic, auteur van ‘Baba Jaga legde een ei’, is in haar geboorteland een heks genoemd.

Beroemde mannen hebben op allerlei beledigende manieren vrouwen op hun zogezegde plaats willen zetten. Voor Aristoteles kon vrouw-zijn worden beschouwd als een natuurlijk gebrek. Volgens Heinrich Heine wist je bij een vrouw maar nooit waar de engel ophield en de duivel begon. En zo zou ik nog lang kunnen doorgaan.
Een sterke, onafhankelijke vrouw moest onder controle worden gebracht.

In een voorlichtingsboekje uit mijn jeugd stond nog dat de vrouw tussen het kind en de man in stond, dat ze dus afhankelijk en nooit echt volwassen was. Geen wonder dat zoveel vrouwen een voornaam hebben met een verkleinwoord.
Een ontembare vrouw is gevaarlijk, ze is een monster of een heks. Haar plek is het isolement. Baba Jaga heeft een huisje op kippenpoten in een diep bos.

Het monster van Tagua of Fagua werd volgens de geruchten ergens in een meer in een niet bestaand land aan de andere kant van de oceaan gevonden.
Eerst ziet dat monster er zo uit.

Monster van Tagua als man

In 1784 deed het verhaal de ronde dat het levend was gevangen door honderd dappere mannen en op dat eigenste moment per schip naar Spanje werd gebracht. Hele volksstammen geloofden dit nepnieuws, en het kwam in de krant.

Algauw werd dat kwaadaardige monster vrouwelijk.
Monster Tagua als vrouw

Pamflettenmakers, de Voorheen-Twitteraars van destijds, gebruikten dit beeld om er koningin Marie-Antoinette mee te belasteren, die op haar veertiende vanuit Oostenrijk in Frankrijk was gedropt om met Lodewijk XVI te huwen, en die nooit echt werd geaccepteerd, want ze kwam uit een te wantrouwen land, ze was niet ‘van ons’. Van ons, woorden die de radicaal-rechtse partij Vlaams Belang zo graag in zijn campagnes gebruikt, om de Ander nog meer de Ander te laten zijn.

Vlaams Belang

Nu we in mijn woonplaats Antwerpen voor gemeentelijke verkiezingen staan, gooien ze hun pamfletten weer ijverig in alle brievenbussen, ook die van wie ze willen buitensluiten.

Marie-Antoinette had de behoefte om regelmatig te vluchten uit het gekkenhuis van de hofhouding in het Kasteel van Versailles, ze trok zich graag met een paar vertrouwelingen terug in Petit Trianon, haar Kasteeltje, en de menigte jaloerse hovelingen die niet waren uitverkoren roddelden daardoor nog harder dan ze al deden over haar vermeende hoerige gedrag, over incest en lesbische uitspattingen. Talloze nepverhalen en scabreuze beelden werden verspreid. Spotprentenmakers tekenden haar wijdbeens met wat extra rood ertussen alsof haar toegang uitnodigend open stond voor de mannen die haar kamer binnenkwamen, want de nadruk lag volledig op de ontvangende vagina. De clitoris, waarvan de anatomische vorm al vele eeuwen bekend was, staat pas sinds kort in biologielesboeken zoals die er echt uitziet, inwendig ongeveer even lang als een penis. Er bestaat ook nauwelijks een synoniem voor, terwijl er hele reeksen synoniemen bestaan voor de vagina en de penis (tussen haakjes: er wordt nu volop ‘piemel’ gezegd en geschreven, maar dat woord was oorspronkelijk voor jongetjes, etymologisch is het verwant aan ‘plassertje’, dus hou daar maar mee op).

Wat we zien is een gevaarlijk vrouwelijk monster met klauwen waaraan lange nagels zitten. Lange nagels horen bij de femme fatale en worden door menige man als aantrekkelijk beschouwd. Ze heeft twee vervaarlijke staarten, en vleermuisvleugels, vleugels van de nacht. Haar mond is scherpgetand, wat associaties kan oproepen met de vagina dentata, die al vele eeuwen castratieangst verbeeldt.
De lange haren zijn niet bijeengebonden, wat een teken was van losbandigheid. Dat staat ook in de Bijbel, in de brief van apostel Paulus aan de Korinthiërs: ‘[…] een vrouw die het haar los draagt is een schande voor haar man.’

De ogen zijn groot en mooi. Meisjesachtig zelfs. En van hals tot heupen zien we een aantrekkelijk, ongeschonden vrouwenlichaam. Hier lijkt angst voor het vermeend kwaadaardige vermengd geraakt met fantaseren over hoerig zich blootgeven.

Zo werd Marie-Antoinette, die ik in mijn roman ‘Alle tijden zijn onzeker’ de Buitenlandse noem, tot kwaadaardig schepsel gemaakt. Nu nog weten veel mensen niet meer over haar dan dat ze beweerde dat de mensen, als ze geen brood hadden, maar brioches moesten eten – of cake in een variatie -, terwijl ze dat met aan grote zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nooit heeft gezegd. De zin stond al, las ik ergens, in een boek toen zij nog een klein meisje was in Oostenrijk.

Een ander monster

Hier zien we een ander monster, ook met een pijlpuntstaart, en met kippenpoten die doen denken aan de kippenpoten onder de hut van Baba Jaga. Het is weer een vrouw, maar nu met een soort pantervlekken op haar lichaam. Ze zou ergens eind achttiende eeuw in de Ardense bossen zijn aangetroffen. Ze ving kinderen en at ze waarschijnlijk op, zoals Baba Jaga ook kinderen lustte. Dit monster bracht eveneens massale commotie teweeg.

Niet alleen denk ik nu door die pantervlekken aan de eeuwenlange en nog niet uitgeroeide neiging om wie men kwaadaardigheid toedicht met een of ander dier te vergelijken, ook spelen tot op de dag van vandaag kinderen een rol in die vermeende kwaadaardigheid. We herinneren ons misschien nog Pizzagate, de complottheorie die erop neerkwam dat Hillary Clinton en andere hooggeplaatsten er pedofielennetwerken op na hielden, en een man met geweer kinderen uit de kelder van een restaurant wilde bevrijden, terwijl er geen kelder wás. En afgelopen week schreef de Vlaamse krant De Standaard over Russische trollenberichten, altijd gebracht door vrouwelijke aliassen, dat Oekraïense kinderen worden ontvoerd en verkocht vanuit EU-landen, terwijl dat bij mijn weten juist vanuit Rusland is gebeurd.

Ooit werden er christelijke elementen door de oude folklore gemengd. Satan was een monster dat ook zo’n staart had met een pijlpunt om een prooi te vangen en te vergiftigen. Het begrip ‘satanisch’ ontstond.
In christelijke kringen vertelde men eeuwenlang dat Joden satanische rituelen zouden kennen waarbij ze kinderen vermoordden om hun bloed te gebruiken bij het maken van matses. Van moslims werd verteld dat ze barbaren waren die de eigen kinderen vermoordden en christenen tot slaaf maakten.

De vrouw was ook De Ander. Adam was De Mens. De vrouw werd gemaakt uit zijn rib, een flagrante omkering van de werkelijkheid waarin de vrouw de beginnende man in en met haar lichaam laat groeien tot een kind dat ze met een uitzonderlijke kracht in de wereld zet.
‘Want de man is niet uit de vrouw, maar de vrouw uit de man’, schreef apostel Paulus, die zijn ei kwijt wou.
De Ander. De gevaarlijk gemaakte Ander.