Carry van Bruggen, die naam doet bij veel Zaankanters wel een belletje rinkelen. Maar wie heeft daadwerkelijk iets gelezen van de in Zaandam opgegroeide schrijver en filosoof (1881-1932)? Zonde, want haar werk is nog steeds relevant en vernieuwend, vindt Jannah Loontjens van schrijverscollectief Fixdit. „Ze is de Nederlandse Virginia Woolf.”
Het begon vorig jaar met een vraag van HP/De Tijd aan minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap)over haar favoriete auteurs.Dat dat allemaal mannen waren,berustte volgens haar op toeval.„Ik herkende het bij mijzelf ook”, zegt schrijver en filosoof Loontjens. „Bijna alle grote werken die ik vroeger heb gelezen, en dat zijn er best wat, zijn van mannelijke schrijvers. Maar dat is dus géén toeval. De oorzaak is de mannelijke auteur als norm. Er was op school consequent te weinig aandacht voor het literaire werk van vrouwelijke auteurs, terwijl zij vaak aan de basis stonden van vernieuwing.” Virginie Loveling, Anna Blaman, Mary Dorna en dus ook Carry van Bruggen; grote schrijvers die amper gelezen worden. Daar moet verandering in komen, vindt een groep vrouwelijke schrijvers die zich recent heeft verenigd in het schrijverscollectief Fixdit. Ze streven naar meer diversiteit in de canon en de literaire wereld.
Koket
In de Fixdit Podcast wordt om de twee maanden een moderne klassieker belicht, geschreven door een vrouw. Loontjens en schrijfster Annelies Verbeke interviewen om beurten kenners over deze literaire werken. De tweede aflevering staat in het teken van ’Een coquette vrouw’ van Carry van Bruggen uit 1915. Een roman over de jonge
vrouw Ina die trouwt met de oudere Egbert. Hij neemt haar filosofische ambities niet serieus en kleineert haar, waardoor hun huwelijk verzuurt. Ina wordt weggezet als koket – wat we nu sletterig zouden noemen – en miskend in haar zoektocht naar verbinding en liefde. Ina is juist allesbehalve koket, vindt Van Bruggen. ’(…) hoezeer ten onrechte men dit worstelen van een vrouwenhart om de enige levensglorie, liefde, die elke andere glorie, elke andere mogelijkheid in zich omvat, met de ijdele dwaze naam koketterie benoemt’, bijt ze
haar criticasters toe.
Onconventioneel
„Carry was een ontzettend moedige en onconventionele vrouw, die haar passies volgde en voor zichzelf opkwam. Toch bleef ze vaak miskend, zeker in haar filosofische werk. Terwijl ze ook daarin vernieuwend was. In plaats van alleen voort te borduren op het werk van bekende filosofen dacht ze vrij en liet, tegen de gewoonte in, gevoel en ratio samen optrekken. Ze had een nieuwe stijl van denken die veel persoonlijker is”, legt Loontjens uit. Ze voelt verwantschap met Van Bruggen. „We zijn beiden denkende schrijvers die proberen de filosofische en literaire wereld bij elkaar te brengen.” Overigens wordt volgens Loontjens, die ook een essay schreef over Van Bruggens werk, ten onrechte gedacht dat ’Een coquette vrouw’ volledig autobiografisch is. „Daarmee wordt voorbijgegaan aan hoe knap dit verhaal is opgebouwd.” „Ze is een bijzonder goede schrijfster. Ze schrijft met een koortsachtige spanning en vaart en is tegelijkertijd heel introspectief. Menno ter Braak heeft haar terecht geduid als de modernist van Nederland. Ze is de Nederlandse Virginia Woolf en de vrouwelijke Louis Couperus.” En wat ook nog weleens vergeten wordt, Van Bruggen kan heel grappig uit de hoek komen. „In een scène over een huilende vrouw zegt ze: ’(…) kan die nog huilen? Dat is een ontdekking! Tranen uit dat bonk ongare brood?”’
Van Bruggens stijl en thematiek, de strijd tussen eenheids- en distinctiedrift en ratio versus gevoel, zijn ook anno 2021 nog steeds relevant, vindt Loontjens. „En niet alleen voor vrouwen. Bij boeken die geschreven zijn door mannen zeggen we toch ook niet dat ze alleen voor mannen relevant zijn?”